Koeienreis met de Waibalong
Vanmorgen las ik het stukje van Evert Sikkema met de schitterende foto van de Waibalong die op een rede ten anker ligt.
Dat is zeker een prachtig gezicht als je een schip zo ziet liggen, in vol bedrijf.
Ikzelf heb in 1955/'56 ongeveer 6 maanden op dit veeschip gevaren.
Zo te zien zijn ze net bezig om het vlot in elkaar te zetten, waarmee ze de koeien en paarden van de wal ophaalden, omdat er soms geen steiger was die groot genoeg was voor de Waibalong.
In "mijn tijd" bestond dat vlot uit één motorsloep met daarnaast een gewone sloep, waarop dan een vlot geplaatst werd met een soort railing rondom.
Op de foto zie je het vlot-in-aanbouw langszij liggen en ook de railing kun je duidelijk zien.
Ik herinner me maar één haventje, waar we dat moesten gebruiken nl. in Atapupu op Timor (Koepang).
Het vlot voer de hele dag heen-en-weer tussen de wal en het schip en via een gangway die op het vlot kon worden neergelaten, liepen de dieren dan het schip op.
Soms sprong er onderweg een karbouw of een paard in het water en dan was het een hele toer om het dier bij het schip te krijgen en met een sling aan dek te hijsen.
Die slingen zijn ook mooi op de foto te zien.
Ik zie nog die éne karbouw voor me die de hele dag rondjes zwom en tenslotte aan 't eind van de middag doodleuk de wal weer opklauterde....

De foto van Evert Sikkema is van 1949 en dat kan goed kloppen, want op 25 november 1949 lag de Waibalong nog in Ampenan (Bron: Amersfoorts Dagblad)
om vervolgens de andere Kleine Soenda Eilanden aan te doen.
Atapupu was meestal het laatste haventje waar we vee haalden en dan ging het regelrecht terug naar Tandjong Priok, waar de dieren een wisse dood tegemoet gingen.

In dit kleine haventje kon de Waibalong natuurlijk niet tegen de kant komen. Daar was het vlot voor gemaakt....
Daar werden toch gauw een paar honderd dieren mee opgehaald..karbouwen, sappies en paarden...
Op een schip als de Waibalong zat een behoorlijk grote bemanning, want er was ook nog een vaste ploeg veeverzorgers, badjoh's aan boord, die permanent meevoeren.
Zij zorgden voor het voeren van de dieren en het ruimen van de mest, terwijl de "eigen bemanning" ook nog werk genoeg had met het normale onderhoud van het schip, zoals op elk ander schip.
Soms moesten we ook nog een slinger maken naar het eilandje Endeh, onder Timor, waar we dan een partij copra moesten laden.
Ook daar lagen we op de rede en werd de lading in zakken met lichters aangevoerd. Daar kon je ook heerlijk in het mooie blauwe water zwemmen,
maar... daar zaten ook veel haaien, waaronder één reuzenhaai die ik niet gauw zal vergeten, maar hoe dat ging vertel ik in een volgend verhaaltje....
Als je daar zo onder Timor langs voer, kreeg je al een beetje te maken met de deining van de Indische Oceaan en we hadden dan altijd wel een paar mensen die daar zeeziek van werden.

Endeh, a.b. m/s Waibalong, 10 october 1955. Een bijzondere ontmoeting in de Timorzee...
We waren al vroeg ten anker gegaan met de Waibalong op de Rede van Endeh, een klein eilandje, waar we een partij copra moesten laden.
Het was, zoals we bij de KPM zeiden: "bloed-verziekend-heet" en aan dek was niet veel te beleven.
Zelfs de koeien, die we allemaal al aan boord hadden, hielden zich rustig....
De lichters met zakken copra voeren af en aan, maar omdat we een heel eind uit de wal lagen, duurde het allemaal heel erg lang.
Het werd pas weer leuk, toen er kleine jongens in kano's aankwamen die riepen, dat ze graag hun kunsten wilden vertonen in het opduiken van door ons in het water gegooide muntjes.
Nou, dat klopte helemaal. Elke keer als er een munt in het water kwam en naar beneden zigzagde, doken ze er achteraan en wisten ze het feilloos weer naar de oppervlakte te brengen.
En niet alleen muntjes werden gegooid.... ook vorken, lepels en bordjes (ja ja....met het KPM-logo) moesten eraan geloven en alles werd behendig achterna gedoken en opgevist.
Dus mensen...als je nog een KPM-souvenir zoekt....op Endeh hebben ze er nog een paar...!
Toen het tegen half vijf liep, gingen de kano's weer weg want de jongens zeiden, dat er straks misschien wel een grote vis langs kwam.
De kapitein, die net uit z'n kooi kwam, beaamde dat ook nog eens, maar die goeie raad sloegen we gewoon in de wind.
Toen de kano's weg waren, gingen wij het water in voor een frisse duik en al gauw waren we met een man of vijf aan het zwemmen en met een bal aan 't gooien.
Derde wtk Ruurd Herrema was er, 4e wtk Joh. Vos, 2e stm Bram den Hartog, 4e stm Paul Mierop, ikzelf en nog een paar anderen waar ik de namen niet meer van weet....
Soms dreef de bal zover weg, dat het nog een hele toer was om 'm weer terug te halen met die deining van de Timor Zee.
Om ons bang te maken, riep er af-en-toe iemand van boven af, dat hij een haai zag, maar daar stoorden wij ons helemaal niet aan
want we zeiden tegen elkaar dat het wel los zou lopen en dat ze niet zo “leuk” moesten doen daarboven..
Maar op een gegeven moment werd er weer van bovenaf geroepen en geschreeuwd. We zagen iedereen de zelfde kant opwijzen en was er ineens een beetje paniek.
De matrozen, die ook in 't water waren, klommen als apen via touwen aan boord en wij zwommen zo gauw als we konden naar de gangway,
die gelukkig tot in het water gevierd was, en renden de trap op naar boven, naar de salon. Daar stond de kapitein, die ons lijkbleek opving.
En wij beefden als een rietje...
Toen we naar beneden keken zagen we het beest....hij kwam heel rustig aanzwemmen langs de motorsloep, en draaide een paar rondjes bij de gangway.
Z'n kop was wel een meter breed en hij was zeker een meter of tien lang. Hij had allemaal vlekken op z'n reusachtige lijf.
Hij zou op z'n sloffen makkelijk een jonge sparks van pas 18 jaar in één keer in kunnen slikken....Moeder...!!!

Pas veel later hoorden we, dat dit een ongevaarlijk lid van de haaien-familie was...
een z.g. Walvishaai. Die schijnt alleen maar van plankton te leven en doet verder geen vlieg kwaad, maar dat wisten we op dat moment nog niet en de schrik zat er bij ons toch behoorlijk in.
Ik weet niet hoe het de anderen is vergaan, maar ik heb daarna nooit meer in "open water" gezwommen.
Waar we later nog wel vaak hebben gezwommen was op het strandje van het eiland Timor.
Dan konden we met het veevlotje meevaren naar de kant, waar het ondiep was en je ook nog eens af-en-toe in de schaduw onder een palm kon uitblazen of onder het scheepswrakje, wat je daar rechts op het strand ziet liggen...
Aan het strand van Atapoepoe
Op deze foto zie je 3e stm Paul B. Mierop (met KPM-handdoek) en mijn persoontje naast een onbekend wrak...
Paul woont tegenwoordig in California (USA)
Jan Loedeman - Ermelo, December 2014